En weer redden we de banken

Bron: Z24 1.3.2012 column Mathijs Bouman
Maar liefst 530 miljard haalden Europese banken deze week op bij het geldloket van de ECB. Het is de tiende steunoperatie sinds 2007. En nog zijn de banken niet gezond.
“We moeten de banken weer omarmen. ” Die empatische woorden sprak journalist en ABN Amro-biograaf Jeroen Smit afgelopen week bij Pauw en Witteman. Misschien heeft hij gelijk, want helemaal zonder banken en bankiers gaat het ook niet.
Maar ik trek het nog niet, zo’n liefdevolle omarming. Niet zolang we de banken ongeveer op maandbasis moeten redden met noodhulp, zachte leningen, kunstmatig lage rente, extra garanties en overdadige liquiditeit. De redding van de Europese banken is al 4,5 jaar werk in uitvoering. Deze week vond alweer de tiende reddingsoperatie plaats.
Voor wie binnenkort een bankier wil knuffelen, hier een  …..
samenvatting van die tien miljarden verslindende bankenreddingen. Jij hebt er tenslotte zelf voor betaald.
1. Dollar-swaps (vanaf december 2007)
Al voor het failliet van Lehman Brothers in september 2008, moesten centrale banken de particuliere banken te hulp schieten.
In december 2007 was de onrust op de internationale interbancaire geldmarkt al zo ver opgelopen, dat de Europese Centrale Bank, de Amerikaanse Federal Reserve en een aantal andere grote centrale banken, besloten om elkaars valuta te gaan uitlenen aan de eigen banken. Europese banken konden voortaan dollars lenen bij de ECB. Het was de eerste grootschalige liquiditeitssteun voor de banken.
Vier jaar later, op het hoogtepunt van de eurocrisis eind november 2011, deden de centrale banken er nog een schepje bovenop. De ECB maakte dollarleningen met een langere looptijd mogelijk. Alweer om een liquiditeitscrisis, simpel gezegd een tekort aan geld, bij de banken te voorkomen.
2. Nationalisering (oktober 2008)
Na de val van Lehman Brothers in september 2008, ging de reddingsoperatie in volle vaart van start. In een aantal gevallen moest de overheid hele banken nationaliseren om te voorkomen dat ze failliet gingen. In Nederland belandde zo ABN Amro, Fortis Nederland en de verzekeraar ASR in staatshanden.
De Britse staat nam Royal Bank of Scotland, Lloyds TSB en HBOS (grotendeels) over. In de VS moest de overheid verzekeraar AIG redden. In Duitsland gold dat voor vastgoedbank Hypo Real Estate.
3. Staatssteun en garanties (oktober-november 2008)
Ook veel van de banken die in particulier eigendom bleven, moesten aankloppen bij de overheid. ING kreeg van de Nederlandse staat voor vele miljarden euro’s aan staatssteun en garanties. Net als SNS en de verzekeraar Aegon. Ook gingen Europese overheden interbancaire leningen garanderen.
De Amerikaanse overheid nam soortgelijke maatregelen. Zo werd eind november 2008 Citi gered met een steunpakket van 25 miljard dollar en een veelvoud van dat bedrag aan garanties op slechte leningen.
Veel landen verhoogden de garanties op tegoeden van particuliere spaarders fors om een bankrun te voorkomen, of om het leed voor de spaarders van het omvallen van banken als DSB en Icesave te verzachten.
De Ieren gingen zover om alle tegoeden te garanderen. Alle bankrisico’s kwamen zo op het bordje van de Ierse belastingbetaler. Later zou bijna het hele Ierse bankwezen worden genationaliseerd.
4. Zeer ruim monetair beleid (vanaf oktober 2008)
Op 13 mei 2009 zette de ECB de officiële rente waar banken tegen kunnen lenen op 1 procent. De rente was nog nooit zo laag geweest. Het was de laatste in een reeks van snelle renteverlagingen waarmee de centrale bank in oktober 2008 was begonnen.
Tussen april en juli 2011 ging de rente weer iets omhoog. Maar inmiddels kost lenen bij de ECB weer 1 procent. De kunstmatig lage rente is een directe subsidie aan de banken. Zij lenen goedkoop in, en lenen duur uit. Het verschil is winst voor de banken, die het geld kunnen gebruiken om het geërodeerde kapitaal weer aan te vullen en, tot verontwaardiging van velen, bonussen te betalen. De prijs voor deze subsidie wordt deels betaald door particuliere en institutionele spaarders die weinig rente vergoed krijgen.
Naast het rentebeleid heeft de ECB de banken ook op andere manieren geholpen. Sinds half oktober is er geen limiet meer aan het bedrag dat banken bij de ECB kunnen lenen. Ze mogen zelf weten hoeveel euro’s ze tegen betaling van 1 procent per jaar bij de centrale bank ophalen. Dat zouden we allemaal wel willen, maar dit beleid van ‘volledige toekenning’ geldt alleen voor banken.
Bovendien voerde de ECB de frequentie van de leenoperaties op. Door deze maatregelen bleven banken liquide, ook toen de interbancaire geldmarkt opdroogde. Bij elkaar werd er langs deze weg zo’n 600 miljard euro in het banksysteem gepompt.
5. Noodhulp Griekenland (mei 2010)
Er was nog geen Europees noodfonds in mei 2010. Daarom moest Griekenland in eerste instantie van een faillissement worden behoed met bilaterale leningen van eurolanden aan de Griekse regering. Het misverstand zou kunnen ontstaan dat de eurolanden die miljarden uitleenden om Griekenland te redden. In werkelijkheid was het de vijfde redding van de banken.
Europese banken hadden zich namelijk in de jaren na 2001, toen Griekenland de euro invoerde, volgegeten aan Griekse staatsobligaties. Een failliet van de Grieken zou het failliet van veel banken betekenen.
6. EFSF (juni 2010)
Een maand na de noodlening aan Griekenland, komt de Europese politiek met een wat structurelere oplossing voor eurolanden in betalingsproblemen. Het tijdelijke noodfonds EFSF wordt bedacht. Het fonds wordt een soort bankje dat geld leent op de kapitaalmarkt onder garantie van de eurolanden. In november 2010 wordt Ierland met geld uit het noodfonds gered. En in mei 2011 volgt Portugal.
Weer geldt: de noodlening is verkapte hulp aan Europese banken die wanbetaling van landen als Griekenland, Ierland en Portugal niet zouden kunnen dragen.
7. ELA Ierland (begin 2011)
De Ierse banken krijgen in de maanden na de redding nog extra hulp. De Ierse centrale bank, onderdeel van het Europese Stelsel van Centrale Banken, geeft emergency liquidity assistence’ (ELA) aan de Ierse banken tegen kunstmatig lage rente.
De Ierse banken stonden er zo slecht voor dat ze zelfs niet meer voor gewone liquiditeitssteun van de ECB in aanmerking kwamen, want ze hadden onvoldoende kredietwaardig onderpand. Alleen met 51 miljard euro aan ELA, hielden ze het hoofd boven water. Net aan.
Sinds vorige week hangen de Griekse banken aan hetzelfde ELA-infuus van de Griekse centrale bank.
8. LTRO 1 (dec 2011)
Op 8 december kondigt de nieuwe ECB-president Mario Draghi aan dat banken aan het eind van die maand voor drie jaar geld kunnen lenen, tegen 1 procent rente. Met deze ‘Long-Term Refinancing Operation’ geeft de ECB voor het eerst solvabiliteitsteun aan de banken.
Bovendien worden de eisen die de ECB aan onderpand stelt, flink verlaagd. De LTRO-operatie blijkt de omwenteling in de eurocrisis te zijn, een game changer.
Eindelijk loopt de centrale bank een keer voor de troepen uit, en doet meer dan waarop de markt had gehoopt. De banken zijn voor drie jaar gered, en kunnen dus geen overheden meer omver trekken. De eurocrisis is daarmee niet opgelost, maar wel minder acuut.
Mooi. Maar de LTRO-operatie is natuurlijk ook een geweldige subsidie aan de banken. De Europese banken halen voor 498 miljard euro op bij het bijna-gratis-geld-loket van de ECB. Dat kunnen ze zonder veel risico voor drie jaar wegzetten tegen een rente die ongetwijfeld hoger is dan de 1 procent die ze betalen. Tel uit je winst.
9. PSI Griekenland (feb 2012)
Eindelijk moeten de banken ook een meebetalen. In februari 2012 komt na lang onderhandelen een deal tot stand met de Griekse overheid, waarbij banken ‘vrijwillig’ een deel van de Griekse schuld afstempelen.
Maar die vrijwilligheid heeft een prijs. De banken krijgen in ruil voor hun medewerking garanties van Athene op de resterende schuld. Die garanties worden gefinancierd met geld dat de Grieken van het Europese noodfonds lenen.
De Europese banken ruilen dus obligaties waarvan ze anders geen cent zouden terugzien in voor nominaal lagere, maar wel gegarandeerde obligaties. Wie is de verliezer? De bank die moet afstempelen, of de Europeaan die de nieuwe obligaties garandeert? Juist.
10. LTRO 2 (feb 2012)
De tiende redding van de banken vond deze week plaats. Weer ging het bijna-gratis-geld-loket van de ECB open. De banken haalden nog meer op dan in 2011. Tegen 1 procent rente wilden ze gezamenlijk wel 530 miljard aan driejaarsleningen afsluiten.
Het is de laatste LTRO, liet de ECB doorschemeren. Ja, natuurlijk. De allerlaatste. Tot de banken weer in de problemen komen.

Posted by SweDutch