Bron: Gemeente.nu nieuwsbrief 20.9.2011
Voor sommige economische functies is verregaande samenwerking tussen gemeenten en provincies wenselijk, terwijl andere functies beter op lokaal niveau georganiseerd kunnen worden. Dat stelt Martijn Burger in zijn proefschrift Structure and Cooptition in urban Networks.
Burger bestudeerde voorbeelden in Groot-Brittannië, Nederland, en de Verenigde Staten. Hij promoveert op donderdag 22 september 2011 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Waar vroeger economische relaties vooral lokaal van aard waren, raken tegenwoordig van oudsher gescheiden stadregio’s steeds meer functioneel met elkaar verbonden. Er is geen stedelijke hiërarchie en een belangrijke mate van ruimtelijke integratie in termen van bedrijfsrelaties, consumentenverkeer en woon- werkverkeer.
Het begrip stedelijk netwerk is ook populair …
in beleidsdiscussies, zoals de fusie van de Randstadprovincies. Zo zou de opschaling van het provinciaal bestuur in de Randstad of een verregaande samenwerking tussen Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland op het gebied van onder meer openbaar vervoer, onderhoud van provinciale wegen en subsidieverlening moeten leiden tot een efficiënter bestuur en krachtenbundeling.
Het is echter onduidelijk in hoeverre regio’s steeds minder gedomineerd worden door een centrum en ruimtelijk geïntegreerd raken, relaties in een stedelijk netwerk meer complementair dan concurrerend zijn en meerkernige en geïntegreerde regio’s beter presteren dan hun eenkernige en niet-geïntegreerde tegenhangers.
Burger toont aan, dat in tegenstelling tot de opvatting van planners en beleidsmakers regio’s met één groot centrum economisch efficiënter zijn dan regio’s met meerdere centra. Hij concludeert dat de voordelen die worden toegedicht aan stedelijk netwerken meerkernigheid en ruimtelijke integratie vaak niet vanzelfsprekend zijn en dat meer onderzoek naar de voordelen van de opschaling van openbaar bestuur noodzakelijk is.