Bron: Nieuwsbrief De Rechtspraak 23.5.2013
Het bestuursrecht is behoorlijk Europees geworden. Wel verschilt de aanpak in de verschillende Europese landen nog flink. Zo opereren bestuursrechters in het ene land veel actiever en opener dan in het andere. Op een Europees symposium in Utrecht worden op 24 mei bruggen geslagen en gezocht naar succesvolle formules. Circa 45 rechters van de lidstaten van de Raad voor Europa komen hiervoor naar de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Het symposium is vooral gericht op finale geschilbeslechting. Nederland is één van de gidslanden: “Wij lopen absoluut voorop”, aldus bestuursrechter André Verburg, een van de sprekers op het symposium.
Heeft u een recent voorbeeld van Europese invloed op het Nederlandse bestuursrecht?
Verburg: “De staatsovername van SNS Bank. Daarmee kreeg de Nederlandse staat, naast ABN AMRO, nog een bank in bezit. Dat roept vragen op over de Europese regelgeving voor mededinging. Ontstaat er zo een oneigenlijke concentratie, een oneigenlijk machtsblok? In de recente uitspraak over SNS van de Afdeling bestuursrechtspraak bleef deze …..
kwestie, in mijn ogen terecht, buiten beschouwing. Maar de bestuursrechtelijke vraag ligt er wel.”
Lijkt de aanpak van bestuursrechters in de diverse Europese landen op elkaar?
“Er bestaan vrij grote verschillen tussen landen. Grofweg kun je zeggen dat bestuursrechters in Zuid-Europese landen meer hiërarchisch opereren en dat hun collega’s in Noord-Europa zich horizontaler opstellen. Dit heeft veel gevolgen voor de benadering in de rechtszaal. Rechters in Frankrijk en Italië zullen eerder zeggen: ‘Als ik heb gesproken, is het zo’. Rechters in Nederland of Denemarken zullen in overleg met de partijen naar een oplossing zoeken.”
Waar komen die verschillen vandaan?
“Het heeft veel te maken met de vraag of een land de traditie heeft om sterk te vertrouwen op de overheid of op de rechtspraak. Duitsland heeft een traditie van sterke rechtspraak. Nederland kende al vroeg in zijn geschiedenis een democratisch systeem, in het bijzonder via de waterschappen. Daarom heeft het hier relatief lang geduurd voordat we een volwassen bestuursrechtspraak hadden. Met enige overdrijving hebben wij pas in 1994 de bestuursrechtspraak ingevoerd, die Frankrijk al in 1872 instelde. Het voordeel daarvan is dat wij een modern systeem hebben, dat nu als voorbeeld dient voor andere Europese landen. Wij lopen voorop.”
Waaruit blijkt die voortrekkersrol?
“Onze Algemene wet bestuursrecht is een echt exportproduct geworden. Die wordt door veel landen overgenomen, zoals in Azerbeidzjan en de Oekraïne. Maar ook onze benadering van het bestuursrecht en het optreden van onze bestuursrechter krijgt navolging. In Nederland is veel aandacht voor een goed overleg tussen de rechter en de partijen. Zeker sinds de invoering van de Nieuwe Zaaksbehandeling. Hierdoor voelen mensen zich meer gehoord en wordt de kans op de duurzame oplossing vergroot. De hierbij horende procedurele rechtvaardigheid zal ik enthousiast promoten het symposium. We proberen op dit vlak meer op een lijn te komen met de andere Europese landen. Zo vullen de deelnemers een enquête in over de praktijk van het bestuursrecht in hun land. In het bijzonder over de vraag of de bestuursrechtspraak werkelijk een einde aan het geschil maakt.”
Waarvoor is meer Europese eenheid belangrijk?
“Enerzijds lijkt het bestuursrecht een typisch nationale aangelegenheid. De bestuursrechter doet uitspraak in conflicten tussen nationale overheden en burgers. Maar vooral via de Europese Unie heeft het bestuursrecht een grote supranationale dimensie gekregen. Dan is het belangrijk dat er Europese afstemming plaatsvindt, bijvoorbeeld in het vreemdelingenrecht. Nu komen asielzoekers die zich melden in Europa in verschillende landen hele verschillende toelatingsprocedures tegen. Het zou goed zijn om dat beter te stroomlijnen, zowel voor de asielzoekers als voor Europa in zijn geheel.”
Hoe bereik je dit op een concreet niveau?
“Ik verwacht veel van een Europese kennisdatabank voor het bestuursrecht. Daar kunnen medewerkers van rechtbanken uit heel Europa uitspraken en andere informatie posten. Je zou moeten selecteren met het idee: ‘Dit is interessant voor collega’s in andere landen’. Binnen het vreemdelingenrecht is hier een begin mee gemaakt, dat zouden we breder moeten trekken. Daarnaast is het goed als rechters en medewerkers in de keuken gaan kijken van het bestuursrecht in andere landen. Een collega bij rechtbank Midden-Nederland heeft net een paar weken meegedraaid bij collega’s in Engeland en Wales. Dan spreek je met elkaar, krijg je gevoel voor een ander rechtssysteem.”
Wat is de boodschap van uw eigen bijdrage?
Na een cultuurhistorische verklaring van de Europese verschillen in het bestuursrecht, ga ik in op het issue van het bewijsrecht. Het bewijsrecht was in het bestuursrecht lang ondergeschikt. Maar nu bestuursrechters sneller en proactiever willen opereren en finaler willen beslissen, komt er meer belangstelling voor. Rechters hebben vaak onvoldoende feiten tot hun beschikking om effectief met partijen te overleggen en een finale oplossing te vinden. Sterker, gebrek aan informatie over de feiten is in mijn ogen het grootste struikelblok om tot finale geschilbeslechting te komen. Ik pleit ervoor dat rechters eerder en vaker actief het bewijstraject regisseren. Bijvoorbeeld door te vragen wat de betrokken partijen van een bepaald rapport vinden en hun de gelegenheid te bieden nader bewijs in te brengen. Eens kijken of deze gedachten gaan landen bij mijn collega’s.”
http://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/Nieuws/Pages/%E2%80%98Bestuursrecht-Nederland-voorbeeld-voor-Europa%E2%80%99.aspx