Bron: nieuwsbrief Xpert Sociale Zaken 30.7.2015
Besluiten zijn op een ‘foute wet’ gebaseerd, er is geen keukentafelgesprek gevoerd, hulpbehoevenden zijn onvoldoende gecompenseerd of er is niet ingegrepen bij een falende aanbieder. Dat blijkt uit een selectie door Binnenlands Bestuur van een aantal recent gepubliceerde uitspraken. De gemeenten moeten de hulp vergoeden tot in ieder geval het moment dat er een nieuw besluit is genomen, dat aan de wettelijke voorschriften voldoet. Dat besluit staat wel weer open voor bezwaren van burgers.
‘Foute wet’
het besluit nam, golden de bepalingen uit de Wmo 2015 nog niet, maar was de Wmo 2007 nog van kracht. Ten tijde van het bestreden besluit waren de beleidsregels hulp bij het huishouden uit 2007 van toepassing. Omdat ook geen sprake is van gewijzigde omstandigheden op grond waarvan de indicatie naar beneden zou kunnen worden bijgesteld, moet de gemeente Ede alsnog 4,5 uur huishoudelijke hulp toekennen aan een inwoonster. De rechter heeft zich hiermee niet inhoudelijk gebogen over het beleid Wmo 2015 van de gemeente Ede.
Onvoldoende compensatie
Veghel moet na een uitspraak van de voorzieningenrechter de bezuiniging terugdraaien en alsnog zes uur huishoudelijke hulp per week aan een inwoonster met (zeer) ernstige medische beperkingen vergoeden in plaats van de twee uur en een kwartier. Ze wordt daarmee onvoldoende gecompenseerd, stelt de rechter. Daarnaast kreeg de gemeente fikse kritiek van de rechter, omdat ze niet heeft ingegrepen na klachten dat de hulp ver onder de maat was. Met de reactie van de gemeente – dat de uitvoering aan de zorgaanbieder is en dat gemeente niet meer dan een handhavingsplicht heeft – maakte de rechter korte metten. De gemeenten heeft een resultaatsverplichting.
Slechte onderbouwing
Ook een voorlopige voorziening van een inwoonster in Huizen is toegekend. Met het oog op de rijksbudgetkorting op de huishoudelijke hulp per 2015 had de gemeente gesneden in het aantal toegekende uren; met 1 uur en 45 minuten. Mag niet; zo heeft de rechtbank Midden-Nederland gevonnist. De gemeente heeft onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd dat de inwoonster met die nieuwe toegekende uren voldoende wordt ondersteund bij het uitvoeren van de huishoudelijke taken. Er is onvoldoende rekening gehouden met de fysieke beperkingen van de inwoonster en de (on)mogelijkheden om een beroep te doen op vrijwilligers. De gemeente moet de eerder geïndiceerde 7,5 uur hulp vergoeden, zo besliste de rechter.
Rammelend besluit
In Oosterhout heeft de rechter onlangs een eerste uitspraak gedaan in een zaak, waarvan er zo’n 75 soortgelijke zijn. Bij de Brabantse gemeente zijn driehonderd bezwaarschriften ingediend tegen stopzetting van de huishoudelijke hulp per 2015. Nadat bezwaren hiertegen niet-ontvankelijk zijn verklaard, is een groot aantal Oosterhouters naar de rechter gestapt. Die heeft vorige week gevonnist dat Oosterhout haar huiswerk moet overdoen; er moet een nieuw besluit komen op basis van een persoonlijk onderzoek. Medio oktober (2014) per brief laten weten dat er telefonisch zal worden overlegd over stopzetting van de huishoudelijke hulp per 2015 kan niet, oordeelde de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het bestreden besluit is bovendien incompleet en onzorgvuldig gemotiveerd. Zo is onder meer geen persoonlijk gesprek met de hulpbehoevende gevoerd. Ook zou de gemeente met een ‘vooraankondiging’ in januari 2014 dat de indicatie tot 31 december 2014 zou lopen, ten onrechte hebben vooruitgelopen op de Wmo 2015.
Geen keukentafelgesprek
Op last van de rechter moet Lochem – opnieuw – de stopzetting van huishoudelijke hulp ongedaan maken. Tijdens twee zaken van een 87-jarige inwoner en een echtpaar uit Lochem deze week, besliste de voorzieningenrechter dat de gemeente Lochem de hulp in het huishouden voorlopig alsnog moet betalen. De drie hadden een voorlopige voorziening aangevraagd, in afwachting van de uitkomst van de bezwaarprocedure. In april ving Lochem ook al bot bij de rechter. Vijf inwoners hadden bij de voorzieningenrechter aan de bel getrokken omdat hun hulp per 1 april zou stoppen. In afwachting van de beslissing op hun bezwaarschriften, wilde ze via de rechter de hulp in ieder geval voorlopig behouden. De rechter ging daarin mee, omdat de gemeente had verzuimd onderzoek te verrichten naar de persoonlijke omstandigheden van de hulpbehoevenden.
Bron: Binnenlands Bestuur
http://portal.xpertsocialezaken.nl/nieuws/1000001826/rechter-pikt-schrappen-huishoudelijke-hulp-niet/?param1=1000001826¶m2=rechter-pikt-schrappen-huishoudelijke-hulp-niet¶m3=&cmpid=NLC|Kennisbank_KSB|2015-08-04|Rechter_pikt_schrappen_huishoudelijke_hulp_niet&t_anon=none