Bron: Binnenlands Bestuur web 2.9.2011
Bestuurders van islamitische basisscholen verduisterden minstens 4,6 miljoen euro. Het Openbaar Ministerie ziet af van rechtsvervolging, waardoor de bestuurders vrijuit gaan en huidige schoolkinderen de dupe zijn.
Justitie pakt de grootschalige fraude die de afgelopen jaren bij islamitische basisscholen is geconstateerd, vrijwel nooit aan. Op één na zijn alle aangiftes tegen de verantwoordelijke bestuurders verzand.
Eind 2008 stelde de Inspectie voor het Onderwijs vast dat bij vijftien schoolbesturen (samen 43 scholen) tussen 2004 en 2008 voor minstens 4,6 miljoen euro is verduisterd of ‘onrechtmatig besteed’, maar tot nu toe is geen enkele bestuurder hiervoor berecht. Eén fraudegeval leidt binnenkort tot een rechtszaak, alle overige gevallen zijn om onduidelijke redenen zonder vervolging afgehandeld, zo blijkt uit een inventarisatie door Binnenlands Bestuur.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen (OC&W) beperkt zich tot het terugvorderen van de miljoenen bij de – veelal nieuwe – schoolbesturen, maar laat de direct betrokkenen verder ongemoeid. De schoolbesturen moeten terugbetalen uit de huidige schoolreserves, maar zijn niet verplicht dat geld vervolgens op te eisen van de sjoemelende (oud-)bestuurders.
Volgens Justitie is de fraude in de praktijk lastig strafrechtelijk te bewijzen en heeft het Openbaar Ministerie ‘andere prioriteiten’.
Bovendien is het volgens Justitie vooral aan het ministerie van OC&W om op te treden tegen malversaties. OC&W op haar beurt stelt dat het na de terugvorderingen ‘verder aan Justitie is’.
Eén schoolbestuur, van een islamitische school met vestigingen in Roermond en Helmond, is op instigatie van OC&W via de rechter ontslagen, een unicum in Nederland. Op de valreep heeft het ontslagen bestuur echter zelf nog een nieuw bestuur benoemd, bestaande uit oude bekenden van de vertrekkende bestuurders. Met dat nieuwe bestuur is afgesproken dat het, als het ‘juridisch haalbaar’ is, probeert de 9 ton aan verdwenen geld via een civiele procedure te verhalen op de oude bestuurders en de bevoordeelde (oud-)werknemers. Tot op heden is dat niet gebeurd.
Drie keer aangifte
OC&W heeft zelf drie keer aangifte gedaan wegens fraude: tegen de Stichting Islamitische Scholen Helmond (waar de scholen in Roermond en Helmond onder vallen), tegen SIS Heerlen (vestigingen in Heerlen en Maastricht), en tegen middelbare school Ibn Ghaldoun in Rotterdam. Bij SIS Heerlen verdween 4,7 ton, bij Ibn Ghaldoun 1,2 miljoen (zie ‘Met z’n allen naar Mekka, vorige pagina).
De Rotterdamse kwestie heeft, net als in Roermond/Helmond, niet eens tot een strafrechtelijk onderzoek geleid, zo bevestigt het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie. Slechts de bestuurders van SIS Heerlen moeten zich op 14 september voor de rechtbank verantwoorden.
Ook een vierde aangifte door een andere partij dan OC&W is volgens het parket ‘van de baan’. Het wil echter niet bekend maken om welke school het gaat en wie de aangever was.
Vermoedelijk betreft dit SIS Almere, waar voor 7,5 ton werd gesjoemeld. Het bestuur van de school deed hier zelf aangifte, meldde OC&W in november 2008 in een persbericht. Die aangifte is volgens de huidige schoolleiding later weer ingetrokken.
Tegen de overige schoolbesturen die volgens OC&W gelden onrechtmatig uitgaven, is geen aangifte gedaan. Ook een administratiekantoor, Dyade Advies in Nieuwegein, dat de administratie verrichtte voor SIS Helmond, is nooit voorwerp van justitieel onderzoek geweest. OC&W heeft evenmin ‘formele actie’ tegen dit kantoor ondernomen omdat, aldus OC&W, ‘toezicht op de administratiekantoren een zaak is van de schoolbesturen’.
Vast patroon
De fraude bij islamitische basisscholen was structureel en verliep volgens een vast patroon, zo blijkt uit de talloze rapporten van de Inspectie van het Onderwijs. Personeelsleden – veelal familieleden of vrienden van de schoolbestuurders – werden op de loonlijst gezet zonder dat ze feitelijk werkzaamheden verrichtten.
De truc om die uren te bekostigen was in veel gevallen hetzelfde: islamitische scholen tellen relatief veel achterstandsleerlingen waar extra geld voor wordt gegeven. Met dat geld kunnen de klassen kleiner worden gemaakt en assistent-leerkrachten worden aangetrokken. Dat gebeurde echter niet. Van het aldus overgebleven budget konden de ‘spookwerknemers’ worden betaald.
Daarnaast gaven diverse scholen veel geld uit aan schoonmaak en leerlingenvervoer, veelal verzorgd door bedrijven die persoonlijk waren gelieerd aan het schoolbestuur. Onder meer in Roermond werd het leerlingenvervoer dubbel gedeclareerd, bij het Rijk en bij de gemeente. Enkele schoolbesturen gaven soms tonnen uit aan ‘schoolreisjes’, onder meer naar Mekka en Turkije (zie ‘Frauderen was dagelijkse praktijk’ hiernaast).
Uit het overzicht van de Inspectie van het Onderwijs van november 2008 blijkt dat er in de schooljaren 2004/2005, 2005/2006 en 2006/2007 bij dertien van de twintig islamitische schoolbesturen ‘onregelmatigheden’ hebben plaatsgevonden rond de aanstelling van bestuurders en personeel. Bij veertien schoolbesturen werden verdachte overige bestedingen aangetroffen. Slechts twee schoolbesturen hadden hun financiële administratie geheel op orde.
Bij een vergelijkende quickscan onder tachtig niet-islamitische scholen, waaronder ook ‘zwarte’ scholen met veel achterstandsleerlingen, werden geen malversaties aangetroffen.
Geen vervolging
Op vragen van Binnenlands Bestuur waarom er, op SIS Heerlen na, nooit vervolging is ingesteld, geeft het Openbaar Ministerie geen eenduidig antwoord. De richtlijnen voor vervolging zijn ‘intern’, meldt een woordvoerder. In het geval van SIS Helmond ligt de ‘primaire verantwoordelijkheid om op te treden bij het Ministerie van OC&W’.
Al in oktober 2009 schreef toenmalig minister van Justitie Hirsch Ballin aan de Tweede Kamer over de islamitische scholen in Helmond en Roermond dat ‘civielrechtelijk danwel bestuursrechtelijk optreden zou moeten prevaleren boven een strafrechtelijke procedure’. Normaliter wordt in fraudezaken van meer dan 10 duizend euro wel gekozen voor een strafrechtelijke aanpak, erkende de minister bij die gelegenheid.
Opmerkelijk is de parallel met strafrechtelijk optreden bij de ABS (Arnhemse Buitenschool), een school voor kinderen en jongvolwassenen met een gedragsstoornis. Daar werden twee directieleden opgepakt omdat ze voor 350 duizend euro te veel hadden gedeclareerd bij het ministerie van OCW. ‘Justitie vermoedt dat de twee ex-directieleden onder meer personen op de loonlijst hadden gezet die in werkelijkheid niet in loondienst voor de school werkten’, zo vermeldt een persbericht indertijd van het Functioneel Parket.
Niet openbaar
Correspondentie tussen OC&W en Justitie over het afzien van vervolging van de bestuurders van de islamitische basisscholen wil OC&W niet openbaar maken. Het gaat om ‘beleidsopvattingen die bedoeld zijn om intern te blijven binnen het toenmalige kabinet’, aldus de afwijzende beslissing op een Wob-verzoek (Wet openbaarheid van bestuur) van Binnenlands Bestuur.
Desgevraagd legt het Functioneel Parket uit dat de zaak tegen SIS Helmond ‘moeilijk strafrechtelijk bewijsbaar’ is. Zo moet de ‘opzet tot het wegsluizen van het geld’ kunnen worden aangetoond. ‘Afgezet tegen de omvang van het verdwenen geldbedrag, het overige zaakaanbod en de moeite die er voor moet worden gedaan om de zaak te bewijzen, geeft het OM de voorkeur aan het vervolgen van andere kwesties’. Bovendien ‘heeft OCW als toezichthouder in dit geval al fors opgetreden’, aldus de toelichting van het parket.
De islamitische scholen betogen zelf dat ze de dupe zijn van onduidelijke regelgeving en verkeerde adviezen en dat er geen sprake is van fraude. Een aantal beroepsprocedures loopt nog.
De huidige (financiële) situatie in het islamitisch onderwijs is onduidelijk. De Inspectie deed sinds 2008 geen vergelijkbaar grootschalig onderzoek meer. Bij sommige scholen zijn sindsdien nog ‘onregelmatigheden’ geconstateerd.
Diverse islamitische scholen werken inmiddels met een ‘Code Goed Bestuur’, die onder meer aanbevelingen doet over de bezoldiging van bestuursleden. De bekostigingssystematiek in het onderwijs is sinds de ‘fraudeperiode’ ook veranderd, scholen krijgen nu één bedrag voor al hun uitgaven (de zogeheten lump sum), waardoor ze vrijer zijn om met de budgetten te schuiven. In de controle- mechanismen zijn voor zover bekend geen noemenswaardige veranderingen aangebracht: dezelfde administratiekantoren en (huis-)- accountants zijn nog altijd actief.
Met z’n allen naar MekkaDe islamitische middelbare school Ibn Ghaldoun moet 1,2 miljoen euro terugbetalen aan het Rijk. De hoofdmoot (ruim 8 ton) wordt gevormd door onterecht gedeclareerde kosten van leerlingenvervoer. Daarnaast had de school twee imams op de loonlijst die geen aantoonbare werkzaamheden voor de school verrichtten. Volgens het bestuur behoorden ze tot het zorgteam van de school. Ze waren, zo erkende het bestuur tegenover de inspectie, ‘niet dagelijks te vinden op de locaties van Ibn Ghaldoun, maar buiten de school, in de moskeeën, internaten, zelforganisaties en thuis bij mensen (huisbezoeken) hebben deze mensen enorm veel werk verzet’.
Meest in het oog springend zijn echter de 2 ton aan kosten die Ibn Ghaldoun declareerde voor diverse reizen (‘werkweken’) naar Mekka. In totaal namen hier 197 personen aan deel, onder wie 21 leerlingen. Zij werden beloond voor hun medewerking aan een expositie in het Maritiem Museum, getiteld Varen naar Mekka. Ruim 130 mensen van buiten gingen, geheel of gedeeltelijk op kosten van de school, mee op de reizen. De facturen die de inspectie tijdens haar onderzoek opvroeg, waren achteraf opgemaakt en volgens de inspectie vals – de inspectie had althans ‘twijfels over de bewijskracht’. De aangifte die het ministerie van OC&W tegen Ibn Ghaldoun deed ‘heeft niet geleid tot de vaststelling dat er fraude is gepleegd, zodat is geoordeeld dat anders dan strafrechtelijk ingrijpen prevaleert. Daarmee is de zaak onherroepelijk gesloten’, aldus het Functioneel Parket tegenover Binnenlands Bestuur.
Één veroordeling bekendVoor zover bekend is er tot nu toe slechts één bestuurder van een islamitische school veroordeeld wegens fraude. In 2006 werd de voormalig bestuursvoorzitter van de SIBA (Stichting Islamitische Basisscholen Amsterdam) veroordeeld tot 2 jaar cel en terugbetaling van 265.209 euro. Hij liet een door hemzelf opgerichte stichting valse facturen voor ‘consultancy’ en ‘training’ sturen aan zijn eigen schoolbestuur. Ook maakte hij grote bedragen van de school over naar privérekeningen in Nederland en Marokko en pleegde hij fraude met een WAO-uitkering. In 2009 is de bestuurder in het kader van de ‘Pluk-ze’-wetgeving ook nog veroordeeld tot ontneming van 94 duizend euro wederrechtelijk verkregen voordeel.
Volgens OC&W speelde in deze zaak mee dat ‘het strafrechtelijk bewijs min of meer voorlag in de vorm van valse facturen voor een bedrag van bijna een half miljoen euro’. Die waren bij een huiszoeking aan het licht gekomen. Of de huiszoeking rechtstreeks voortvloeide uit een onderzoek wegens fraude, is niet bekend. De bestuurder had zich ook schuldig gemaakt aan oplichting van het UWV en aan vuurwapenbezit. Het SIBA-bestuur werd vervangen, waarna de inspectie in maart 2006 constateerde dat er opnieuw sprake was van ‘onrechtmatige besteding van bekostiging’.
Frauderen was dagelijkse praktijkHet inspectierapport Bestuurlijke praktijken in het islamitisch onderwijs uit 2008 schetst een patroon van fraude met formatieplaatsen (‘spookwerknemers’), leerlingenvervoer en soms exorbitante uitgaven aan excursies, schoolreisjes en studiereizen.
Bij dertien – niet met name genoemde – besturen werden in totaal 123 dienstverbanden geconstateerd die ‘qua omvang niet in relatie staan tot de daadwerkelijk verrichte werkzaamheden’. Meestal ging het om uitbetaling voor 1,2 fte voor een baan van 1 fte of minder. Soms vonden de uitbetalingen achteraf plaats, na afloop van de aanstellingsperiode. Eén schoolbestuur gaf alle 47 personeelsleden met terugwerkende kracht 0,2 fte extra, een ander bestuur gaf elf personeelsleden een fictieve contractuitbreiding en kreeg daarvoor dubbel geld: de reguliere rijksbijdrage én een gemeentelijke subsidie. Bij een volgende school stond de echtgenote van de voorzitter op de loonlijst ‘om het opgebouwde spaarverlof van de directeur uitbetaald te krijgen’. Een middelbare school had twee ‘maatschappelijk deskundigen’ op de loonlijst zonder dat duidelijk werd gemaakt wat ze uitvoerden.
Negen besturen hadden samen dertien betaalde bestuursleden op de loonlijst, in één geval zelfs 12 jaar lang (volgens toenmalig staatssecretaris Dijksma van OC&W zijn bestuurders in het primair onderwijs ‘in het algemeen vrijwilliger’). Twaalf islamitische schoolbesturen gaven rijksgeld uit aan leerlingenvervoer, iets wat een gemeentelijke taak is. Ook verleenden diverse besturen leningen van tienduizenden euro’s aan aparte stichtingen voor leerlingenvervoer voor de aanschaf van busjes. Diverse schoolbesturen verdedigden zich tegenover de inspectie met het argument dat ze een streekfunctie hebben en dat de islamitische ouders vaak weinig draagkrachtig zijn. Gemeenten zouden vaak niet over de brug komen met geld voor leerlingenvervoer, waardoor het ‘recht op islamitisch onderwijs een lege huls wordt’.
Zes schoolbesturen gaven samen ruim een ton uit aan buitenlandse reisjes waar de inspectie ‘vraagtekens’ bij plaatst, ‘gelet op de bestemming en de deelnemers’. Daarnaast stuitte de inspectie op 4 ton aan bedenkelijke uitgaven, zoals toelages, juridische ondersteuning voor het bestuur, schoonmaakkosten en ‘uitgaven waarbij sprake is van belangenverstrengeling’. De helft van de onderzochte schoolbesturen had het toezicht in de vorm van medezeggenschap niet op orde.
‘Onbegrijpelijk dat kinderen nu de dupe zijn’
De Algemene Onderwijsbond (Aob) legt zich er niet bij neer dat de fraudeurs nooit voor de rechter zijn gebracht. De Aob onderzoekt of de bond gerechtigd is om in de zaak tegen SIS Helmond een zogeheten artikel-12- procedure te starten. Direct belanghebbenden kunnen langs die weg bij het Gerechtshof eisen dat het OM alsnog vervolging instelt. Aob-voorzitter Walter Dresscher: ‘Ik kan echt niet volgen dat het OM hier zo laconiek over doet. Dit moet je vergelijken met belastingfraude en die wordt altijd zeer hard aangepakt. Het argument dat het lastig valt te bewijzen is niet sterk, dat geldt immers voor zo veel zaken’.
Hij verwijt het ministerie van OC&W ‘lafheid’. Dresscher: ‘Ze verschuilen zich achter een formele reactie door het geld terug te vorderen bij de huidige, vaak nieuwe schoolbesturen. Ik begrijp niet hoe OC&W met droge ogen kan beweren dat het daarmee adequaat is afgehandeld. Het is gewoon een voorwendsel om er zelf niet achter aan te gaan. Het ministerie moet dat geld zélf terughalen bij de fraudeurs, daar moet je hun opvolgers niet mee lastigvallen’.
Volgens de Aob-leider ‘valt ook niet te verdedigen’ dat die scholen terug moeten betalen uit hun eigen reserves: ‘Daar schiet de belastingbetaler natuurlijk niks mee op. En de scholen hebben daarmee twee keer een probleem: tijdens de fraude én daarna. De leraren en het primaire onderwijsproces zijn het kind van de rekening’.
‘Iedereen die fraudeert moet strafrechtelijk worden aangepakt’, stelt Yusuf Altuntas, directeur van de islamitische scholenkoepel ISBO. ‘Onrechtmatig toe-eigenen van gemeenschapsgeld moet keihard worden bestraft, zo simpel is het. Heel vreemd dat het OM er geen werk van maakt. Ze zouden in dit soort gevallen niet de nieuwe besturen moeten aanspreken, maar de individuele bestuurders. Door verdwenen gelden terug te laten betalen uit de schoolreserve, tref je de kinderen, niet de frauderende bestuursleden.’
Overigens, zegt Altuntas, handelden veel islamitische schoolbesturen op advies van administratiekantoor Dyade. ‘Het is maar de vraag of je dan moet spreken van fraude. Hun adviezen over wat er volgens de regels mocht, klopten gewoon niet. Dat is ook de reden dat inmiddels de helft van onze schoolbesturen bij dat kantoor vertrokken is.’ Herman de Wild, woordvoerder namens Dyade, laat desgevraagd weten dat het kantoor ‘later inhoudelijk reageert zodat we tijd hebben om ons grondig in dit dossier van een paar jaar geleden in te lezen.’
Geert Driessen, als onderzoeker verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, deed jarenlang onderzoek naar islamitische scholen. Ook hij noemt het ‘niet acceptabel dat al deze mensen zomaar vrijuit gaan’. Door hun fraudes zijn ‘vooral de leerlingen op de betreffende scholen op een grove manier benadeeld’, aldus Driessen. ‘Die scholen hebben immers jarenlang extra geld gekregen om hun achterstanden te bestrijden. Het kán niet dat het Openbaar Ministerie in al deze zaken de vervolging systematisch niet heeft doorgezet.’
Ook het gemeentebestuur van Roermond vindt het ‘onbegrijpelijk’ dat er in de zaak van SIS Helmond geen vervolging is ingesteld. Burgemeester Van Beers: ‘Ik wist dit niet maar ik word hier stil van… Zo’n zaak zou niet mogen stranden bij Justitie. Als er strafbare feiten zijn gepleegd, moeten mensen worden gestraft. Ook moet het geld worden teruggevorderd bij de betrokkenen, niet via de schoolreserves, want dat gaat uiteindelijk toch ten koste van de kinderen. Ik ben geen jurist, maar het lijkt me sterk dat je deze kwesties niet kunt bewijzen.’
frauderen: 1) Bedriegen 2) Bedrog plegen 3) Fraude plegen 4) Oplichten 5) Smokkelen 6) Zwendelen (bron: http://www.mijnwoordenboek.nl). Dit zijn toch zaken die wij als samenleving niet accepteren of heb ik iets gemist?
Wederom een bewijs dat wij als samenleving, bezig zijn te werken aan de degeneratie van diezelfde samenleving. Hoe gekker kun je het nog verzinnen dat het OM beweert:” …. is de fraude in de praktijk lastig strafrechtelijk te bewijzen en heeft het Openbaar Ministerie ‘andere prioriteiten´”. Wordt deze gedachtegang ook toegepast bij zoeken naar een moordenaar, een verkrachter enz.?