Bron: nieuwsbrief ZIPconomie 3.10.2014
Mag een werkgever het loon van een werknemer eenzijdig verlagen?  Deze vraag wordt steeds vaker gesteld nu veel werkgevers sinds de  economische crisis hun omzet zien dalen terwijl hun (loon)kosten gelijk  zijn gebleven. Masterstudente Civiel Recht Adriana Bolle (1984) deed aan  de Universiteit Leiden onderzoek naar de juridische mogelijkheid tot  het eenzijdig verlagen van het loon door een werkgever. Hiermee staat ze  op de shortlist van de ZiPconomy Scriptieprijs die op 13 november wordt uitgereikt tijdens het seminar ‘Anders Werken, Anders Organiseren’.
Het loon is de meest primaire prestatie van de werkgever tegenover de arbeid die wordt verricht door de werknemer. Hoewel het loon redelijkerwijs niet eenzijdig kan worden verlaagd, is deze mogelijkheid niet geheel uitgesloten.
Wettelijke grondslagen
Op basis van onderzochte jurisprudentie is onder meer gebleken dat een werkgever op grond van artikel …..
  7:613 BW een wijziging kan doorvoeren in een arbeidsovereenkomst. Dit kan echter  alleen als hij hierin een zogeheten wijzigingsbeding heeft opgenomen.  Dit wijzigingsbeding lijkt echter niet van toepassing op primaire  arbeidsvoorwaarden, waaronder het loon. Toch wordt deze mogelijkheid in  de wetsgeschiedenis niet expliciet uitgesloten. Uit de jurisprudentie is  gebleken dat een beroep op een wijzigingsbeding slaagt als de werkgever  hierbij een ‘zwaarwichtig belang’ heeft. Hiervan is bijvoorbeeld sprake  wanneer bedrijfseconomische omstandigheden zodanig veranderen dat het  noodzakelijk is de arbeidsovereenkomst te wijzigen
Artikel 7:611 BW biedt wel ruimte voor het wijzigen van een primaire arbeidsvoorwaarde.  De werkgever en werknemer dienen zich op grond van dit artikel als een  ‘goed werkgever’ en ‘goed werknemer’ te gedragen. De werkgever kan  hierop een beroep doen als sprake is van gewijzigde omstandigheden op  het werk.
Ook artikel 6:248 lid 2 BW en artikel 6:258 BW worden in verband  gebracht met het doorvoeren van een zogeheten loonoffer. Het eerste  artikel stelt dat een werkgever een overeengekomen afspraak mag wijzigen  als het door veranderde omstandigheden onaanvaardbaar is om deze te  handhaven. Het tweede artikel biedt de mogelijkheid om aan de rechter te  vragen de inhoud van de arbeidsovereenkomst te wijzigen op grond van  onvoorziene omstandigheden.
Gerechtvaardigd loonoffer
Op 13 december 2013 kwam de kantonrechter Midden-Nederland met een  opmerkelijke uitspraak in een zaak rondom een ontwerpbureau dat zijn  werknemers had gevraagd om een loonsverlaging van zes procent. Op grond  van artikel 7:611 BW en de criteria uit het arrest Stoof/Mammoet werd een loonoffer in deze zaak voor het eerst redelijk geacht. De  bedrijfseconomische omstandigheden van deze onderneming waren daarbij  van groot belang. De rechter achtte overtuigend bewezen dat een  loonoffer in deze situatie gerechtvaardigd was, nu de werkgever eerder  al alternatieve maatregelen had genomen om de crisis het hoofd te  bieden.
Duidelijk was dat de financiële situatie van het bedrijf vroeg om  nieuwe maatregelen. Daarbij was het bedrijf zorgvuldig te werk gegaan  tijdens de besluitvorming rondom de loonmaatregelen. Er had overleg  plaatsgevonden met de ondernemingsraad en de werknemers waren uitgebreid  geïnformeerd over de stand van zaken. Ook was er een peiling  georganiseerd, waarmee onder de werknemers draagvlak ontstond voor een  loonsverlaging. Bij de beoordeling van de vraag of het loonoffer een  redelijke maatregel was, werd gekeken naar alle omstandigheden. De  loonmatiging werd gefaseerd doorgevoerd en de rechter woog mee dat de  werknemers zelf belang hadden bij de loonsverlaging. Daarmee werd immers  de onderneming in stand gehouden en werd voorkomen dat de werknemers  zouden zijn aangewezen op een nog lagere WW-uitkering.
Conclusie
Uit de onderzochte jurisprudentie is gebleken dat artikel 7:611 BW  ruimte biedt voor het afdwingen van een loonoffer. Dit is interessant  voor werkgevers die kampen met de gevolgen van de economische crisis.  Als de vraag naar de mogelijkheden tot een loonoffer wordt toegepast op  de bouwsector, kan er mogelijk ook een beroep worden gedaan op  onvoorziene omstandigheden door middel van artikel 6:258 BW. Immers  heeft de economische crisis met name de bouwsector hard getroffen.
Daarnaast is er met name binnen de schildersbranche – bij gebrek aan  een degelijke functie- en loonstructuur – de afgelopen jaren een  wildgroei aan toeslagen en salarissen ontstaan. Dat maakt voor veel  schildersbedrijven de bedrijfseconomische omstandigheden nu nijpend.  Deze hoge loonkosten in combinatie met de gevolgen van de economische  crisis zorgen voor een negatieve katalyserende werking op de  levensvatbaarheid van veel schildersbedrijven. Wil een loonoffer echter  kans van slagen hebben, dan dient de werkgever aan te tonen dat hij,  ondanks zijn financiële situatie, de belangen van de werknemer(s) nooit  uit het oog heeft verloren en aantoonbaar zorgvuldig met deze belangen  is omgegaan.
http://www.zipconomy.nl/2014/10/de-onmogelijkheden-tot-het-eenzijdig-wijzigen-van-arbeidsvoorwaarden/?utm_source=feedburner&utm_medium=email&utm_campaign=Feed%3A+zipconomy+%28ZiPconomy%29 
 Woning, direct van de eigenaar, in kleinschalig complex aan ze…
Woning, direct van de eigenaar, in kleinschalig complex aan ze…