Socioloog Maurice Crul: ‘Alleen in Amsterdam-Zuid vormen witte Nederlanders nog een duidelijke meerderheid’

Bron: nieuwsbrief Het Parool 2.9.2023 (Patrick Meershoek)

Samenleven in een stad vol verschillende culturen, hoe doe je dat? Socioloog Maurice Crul gaf leiding aan een onderzoek naar de superdiverse stad van de toekomst – die in Amsterdam eigenlijk al begonnen is.

Kantelpunt. Het woord keert geregeld terug tijdens het interview met socioloog Maurice Crul, hoogleraar onderwijs en diversiteit aan de Vrije Universiteit. Net als veel andere grote steden bevindt Amsterdam zich volgens hem op een kantelpunt. Van een stad met autochtonen en allochtonen heeft Amsterdam zich ontwikkeld tot wat hij een superdiverse stad noemt: een stad met een veelheid aan nationaliteiten en bevolkingsgroepen en dus ook met een veelheid aan culturen, religies, tradities, normen en waarden en leefstijlen.Allemaal Amsterdammers, maar ook Amsterdammers uit verschillende etnische groepen. Dat vraagt om een nieuwe visie op het samenleven in die superdiverse stad, zegt Crul. “Tot nog toe was het uitgangspunt van de integratie dat de nieuwkomers zich dienen aan te passen aan de oorspronkelijke bewoners. In de superdiverse stad is dat een achterhaald idee. Als je naar Amsterdam kijkt, zie je dat alleen in Zuid de witte Nederlanders nog een duidelijke meerderheid vormen. In alle andere stadsdelen is diversiteit de norm geworden.”

DE SUPERDIVERSE STAD  |  Percentage inwoners per wijk met een migratieachtergrond. BRON: BRP/OIS, data 2018. Beeld
DE SUPERDIVERSE STAD | Percentage inwoners per wijk met een migratieachtergrond. BRON: BRP/OIS, data 2018.

Vergeten groep

De afgelopen jaren gaf Crul leiding aan een Europees onderzoek naar de ontwikkelingen in een aantal grote steden op het terrein van de toenemende diversiteit. Deze zomer verscheen De nieuwe minderheid, een boek dat ingaat op de positie van de slinkende groep stedelingen zonder migratieachtergrond. In veel opzichten een vergeten groep, zegt Crul, die het boek samen met Frans Lelie schreef. “Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar hoe het deze mensen vergaat in de veranderende stad. Ook van het bestuur krijgen zij doorgaans weinig aandacht. Zij zijn immers de gevestigde groep.”

In de superdiverse stad zegt dat laatste niet zo veel meer. In het Amsterdam van 2023 zijn bijvoorbeeld in Nieuw-West Turken en Marokkanen de gevestigde groep, in Zuidoost de Afro-Surinamers. De onderzoekers keken in Amsterdam, maar ook in Rotterdam, Antwerpen, Wenen, Hamburg en Malmö hoe de bewoners zonder migratieachtergrond omgaan met hun veranderende omgeving. Dat leverde een gemengd beeld op: de een beschouwt diversiteit als een verrijking, de ander als een bedreiging.

Die houding ten opzichte van andere culturen in de buurt blijkt van belang voor het eigen welbevinden. Bewoners die diversiteit als een bedreiging zien, maken ook vaker melding van negatieve interetnische interacties in de winkel of op straat. “Het is ook in dit geval lastig uit te maken wat de kip is en wat het ei,” zegt Crul. “Maar er wordt anders gekeken naar anderen. De ene groep ziet hangjongeren die vervelend doen. De andere groep ziet Marokkaanse hangjongeren en houdt de hele groep verantwoordelijk voor de overlast.”

INTERETNISCHE INTERACTIES OP STRAAT  |  In percentages | blauw: plezierig, rood: onplezierig Beeld
INTERETNISCHE INTERACTIES OP STRAAT | In percentages | blauw: plezierig, rood: onplezierig

Positieve kijk

In vergelijking met andere grote Europese steden heeft Amsterdam een overwegend positieve kijk. Waar in een stad als Wenen er veel meer somberheid is over de gevolgen van immigratie, zeggen Amsterdammers dat ze doorgaans positief zijn over het leven in een diverse wijk. Crul: “Er is een opvallend verschil met Rotterdam, waar respondenten vaker uitgesproken negatief zijn over diversiteit. Dat vertaalt zich ook in het stemgedrag. Een anti-immigratiepartij als Leefbaar Rotterdam doet het al heel lang heel goed in die stad.”

De opvattingen van bewoners over de diverse stad vallen trouwens lang niet altijd samen met de praktijk, leerden de onderzoekers. Deelnemers met een hoge opleiding waren vaker positief over de multiculturele samenleving en gaven aan diversiteit als een verrijking te zien. Gevraagd naar de samenstelling van hun vrienden- en kennissenkring, bleek deze vooral te bestaan uit mensen met een vergelijkbare herkomst en achtergrond. Bij ondervraagden met een lage opleiding was dit juist andersom: meer gemopper, maar ook meer vrienden en kennissen met een migratieachtergrond.

Witte bubbel

“De attitudes kunnen sterk verschillen van de praktijk,” concludeert Crul. “Dat lijkt te worden veroorzaakt door hoe mensen met een hogere opleiding zichzelf graag zien. Zij beschouwen zichzelf als tolerante wereldburgers die open staan voor verandering. Zij doen ook boodschappen bij de Turkse bakker en de islamitische slager in de buurt, maar blijven verder hangen in een witte bubbel. Het heeft er vaak ook mee te maken dat zij niet van jongs af aan hebben geleerd te functioneren in een diverse omgeving. Zij weten gewoon niet goed hoe je dat aanpakt.”

Dat zal voor toekomstige generaties gemakkelijker zijn, verwacht Crul. “In de Randstad groeien de meeste kinderen nu al op tussen andere culturen. In de gemiddelde klas zitten allerlei nationaliteiten bij elkaar. Dat maakt het ook op latere leeftijd gemakkelijker om contact te leggen.” Uit het onderzoek blijkt dat kinderen die opgroeien in Amsterdam of Rotterdam op latere leeftijd ook vaker een gemengde vriendenkring hebben. Crul: “Als mensen op latere leeftijd naar de stad komen, om te studeren of te werken, is dat meteen een stuk minder.”

Verbinders

Een andere groep van belang zijn wat Crul de verbinders noemt: mensen met een gemengde relatie die vertrouwd zijn met meer dan één cultuur en daardoor in de buurt kunnen optreden als koppelaar tussen verschillende groepen. Deze verbinders zijn volgens de socioloog cruciaal voor een geslaagde praktijk van het samenleven in een superdiverse buurt. “Ze vormen een onzichtbaar weefwerk dat mensen in een buurt met elkaar verbindt en mogelijke conflicten dempt. Hun belang kan nauwelijks worden overschat.”

Een van de adviezen uit het boek voor bestuurders is dan ook om vooral deze verbinders in de buurten te ondersteunen. Crul pleit sowieso voor een praktische aanpak. “Het debat over diversiteit is sterk gepolariseerd. Het is voor of tegen. De progressieve partijen hebben de neiging uit te dragen dat de diversiteit moet worden gevierd. Dat gaat voorbij aan de moeizame dagelijkse praktijk van het samenleven. Het bevorderen van de diversiteit zou geen doel op zich moeten zijn, maar het resultaat van allerlei beleidskeuzes.”

Maatregelen zorgen ervoor dat mensen elkaar kunnen ontmoeten in de buurt. Dat kan in het buurthuis zijn, op een ouderavond op school, op de sportclub of tijdens een evenement in het park. “Daar zou alle beleid op gericht moeten zijn. Dus zorg voor een goede gemengde school in de buurt, subsidieer kleinschalige activiteiten als bewonersbijeenkomsten en buurtbarbecues, verkoop geen grond aan projectontwikkelaars waardoor de voetbalvereniging naar de rand van de stad moet verhuizen.”

Anonimiteit

De les uit het boek is dat iedereen in de superdiverse stad een bijdrage te leveren heeft aan die stad: burgers, bestuurders, scholen, maatschappelijke organisaties. Crul voegt ook de woningbouwverenigingen en de architecten toe aan het rijtje. “We hebben een vergelijking gemaakt tussen bewoners van portiekwoningen binnen de ring en bewoners van moderne hoogbouw buiten de ring. Er bleek een opvallend groot verschil in het aantal meldingen van interetnische spanningen op straat en tussen buren.”

Zoekend naar een verklaring, kwamen de onderzoekers uit op de verschillen in huisvesting. Crul: “De meeste klachten gaan over overlast door jongeren in de buurt. In portiekwoningen van drie of vier lagen kennen bewoners elkaar en elkaars kinderen. In flats en andere hoogbouw buiten de ring is de anonimiteit veel groter. Mensen delen daar de lift, de galerij of een binnentuin met mensen die ze niet bij naam kennen. Als het gaat om alledaags contact in de superdiverse stad, speelt architectuur ook een belangrijke rol.”

https://www.parool.nl/amsterdam/socioloog-maurice-crul-alleen-in-amsterdam-zuid-vormen-witte-nederlanders-nog-een-duidelijke-meerderheid~bb6aa68d/

Posted by SweDutch

Geef een reactie