Bron: nieuwsbrief Elsevier 3.3.2022
Met een recent advies zaait de advocaat-generaal van de Hoge Raad nog meer verwarring over de toch al zeer onduidelijke box 3-uitspraak van 24 december 2021. Daarmee doet de adviseur van de hoogste rechters geen recht aan dit krankzinnige dossier, schrijft Jeroen van Wensen.
Afgelopen december verklaarde de Hoge Raad de vermogensrendementsheffing van box 3 ongeldig – met terugwerkende kracht tot en met 2017. Spaarders en beleggers kunnen daardoor van de overheid belastinggeld terugkrijgen.
Volstrekt onduidelijke uitspraak
Het probleem is alleen dat de uitspraak zo wazig is, dat niemand weet wie voor compensatie in aanmerking komt. En al helemaal niet in welke mate.
De Hoge Raad liet zich in december namelijk alleen duidelijk uit over de vraag hoe spaarders moeten worden gecompenseerd. Terwijl 60 procent van de box 3-betalers naast spaargeld ook nog andere bezittingen heeft, zoals aandelen en vakantiehuizen. Hoe de compensatie voor deze (enorme) groep eruit moet komen te zien, heeft de Hoge Raad niet toegelicht.
Met als resultaat dat het ministerie van Financiën, dat een compensatieregeling voor box 3 optuigt – moet gissen naar de bedoelingen van de hoogste rechters. Met alle risico’s op nieuwe, ellenlange juridische procedures, aangespannen door spaarders en beleggers die vinden dat de nog op te te tuigen compensatieregeling te karig is.
Klip en klaar voor spaarders
Spaarders en beleggers moeten (moesten) 30 procent belasting betalen over fictieve inkomsten, die opliepen van 0 procent tot 5,5 procent over het vermogen. Hoe hoger het vermogen, hoe hoger het fictieve rendement, hoe hoger de belastingaanslag.
Wie bijvoorbeeld 300.000 euro op een spaarrekening heeft staan, werd door de Belastingdienst geacht zo’n 9.000 euro aan rente-inkomsten te hebben, en moest daarover in 2021 iets meer dan 3.000 euro belasting betalen. Terwijl de bank in werkelijkheid 0 euro rente zal hebben vergoed.
In dit geval krijgt de spaarder 3.000 euro terug van de Belastingdienst. Het is het verschil tussen het belastingtarief over het werkelijke behaalde rendement (30 procent over 0 euro rente) en de betaalde belasting.
Maar hoe zit het met beleggers?
Maar wat de Hoge Raad niet duidelijk heeft beantwoord, is hoe het rendement van beleggers moet worden berekend. Tellen als vermogensinkomsten alleen de ontvangen dividenden mee, of ook de waardestijging van aandelen? En hoe zit dat met de waardestijging van een vakantiehuis dat je niet verhuurt?
Er is niemand die het met zekerheid durft te zeggen, terwijl de vraag of je koersstijgingen wel of niet dient mee te tellen, nogal wat uitmaakt. Zeker gezien de enorme rendementen op aandelen en vastgoed van de laatste jaren.
Binnenkort spreekt de Hoge Raad zich uit over een box 3-zaak, aangespannen door een spaarder met grofweg 600.000 euro aan vermogen. De helft bestaat uit spaargeld, de andere helft uit een vakantiehuis van 300.000 euro. De jaarlijkse box 3-heffing bedraagt sinds 2017 ongeveer 6.000 euro per jaar.
Die zaak lijkt een uitgelezen kans te bieden om veel meer duidelijkheid te krijgen over de werkelijke vermogensinkomsten, omdat er – hoe handig! – een vakantiehuis in het spel is. Moet je de waardestijging van dat huis optellen bij de vermogensinkomsten, en komen de kosten van onderhoud daarop in aftrek?
Gemiste kans voor box 3
Helaas laat advocaat-generaal René Niessen het huis bijna geheel links liggen in zijn advies aan de Hoge Raad (een advocaat-generaal adviseert de Hoge Raad over de uitspraak, maar dat advies hoeven de hoogste rechters niet over te nemen).
Wat Niessen betreft zal per zaak door de rechter of de Belastingdienst moeten worden bekeken wat het werkelijke rendement is, maar wat dan door de rechter of de Belastingdienst als werkelijk rendement moet worden aangemerkt, staat nergens in zijn advies te lezen. Dus blijft onbekend hoe het zit met waardestijgingen van aandelen, maar ook van vastgoed. Terwijl het miljoenen belastingbetalers raakt.
Wachten op de Hoge Raad
Het wachten is op de uitspraak van de Hoge Raad zelf over deze zaak, die hopelijk wel meer duidelijkheid verschaft. Want dat verdient dit krankzinnige box 3-dossier. In potentie moet de Belastingdienst namelijk iets meer dan 10 miljoen belastingaanslagen herzien, en mogelijk tot wel 20 miljard euro belastinggeld teruggeven aan twee tot drie miljoen spaarders en beleggers. Te omvangrijk om wazigheid over te laten bestaan.
Update: staatssecretaris Marnix van Rij (CDA) van Financiën, laat weten dat box 3-vermogen moet worden ingevuld op het aangiftebiljet over 2021. Zijn ministerie onderzoekt nog hoe dat vermogen conform het arrest van de Hoge Raad moet worden belast. De compensatieregeling gaat pas na augustus plaatshebben. Nog niet duidelijk is wie recht hebben op compensatie over de jaren 2017-2020: alleen degenen die bezwaar hebben ingediend bij de Belastingdienst, of alle box 3-belastingbetalers.
https://www.ewmagazine.nl/economie/opinie/2022/03/advocaat-generaal-schept-alleen-maar-meer-verwarring-over-box-3-872549/